Navigeren in aanvaringswateren - wat is een aanvaring?

Februari 2020

Deel 1 – Wat is een ‘aanvaring’?

Het ‘natte’ recht kent vele interessante deelonderwerpen. In de praktijk blijkt dat het deelonderwerp ‘aanvaringen’ tot veel vragen leidt. Een groot deel van de vragen naar aanleiding van de ‘Van Traa Casco Seminars’ in 2019 ging over aanvaringen. Wanneer is sprake van een ‘aanvaring’ in juridische zin? Wie is aansprakelijk voor schade als gevolg van de aanvaring? Wanneer is sprake van die aansprakelijkheid? Om enkele handvatten te bieden bij het beantwoorden van deze en andere vragen over de aanvaringsproblematiek, bespreken wij dit onderwerp vanuit juridisch perspectief in een drieluik. In dit eerste deel van het drieluik staan wij stil bij de vraag wat onder het begrip ‘aanvaring’ valt.

Wat is een 'aanvaring'?
Welk beeld zie je voor je wanneer je denkt aan het woord ‘aanvaring’? Vermoedelijk een beeld van twee schepen die met elkaar in botsing zijn gekomen. Dat beeld komt overeen met de definitie van het begrip ‘aanvaring’ in de Nederlandse wet. “Aanvaring is de aanraking van schepen met elkaar.”.[1] Aanvaring is een fysieke gebeurtenis, waarbij schepen feitelijk met elkaar in contact komen. Populair gezegd, is bij een aanvaring sprake van botsende boten. De ‘aanraking’ is een voorwaarde van de aanvaring. Wanneer een situatie kwalificeert als een aanvaring is één van de gevolgen dat de aanvaringsbepalingen van toepassing zijn. Deze bepalingen bevatten afwijkingen ten opzichte van het ‘droge’ aansprakelijkheidsrecht.

Meer dan alleen 'aanvaring'?
Schepen kunnen echter ook zonder aanraking schade toebrengen aan andere schepen. Zo kan een oplopend schip zuiging veroorzaken, als gevolg waarvan het opgelopen schip zijn koers verliest en op een zandbank terecht komt en beschadigd raakt. In dit voorbeeld zijn de schepen niet met elkaar in aanraking gekomen. Deze situatie kwalificeert dan ook niet als een ‘aanvaring’. Toch zijn de aanvaringsbepalingen wel van toepassing.

Het bereik van het Nederlandse aanvaringsrecht is namelijk niet beperkt tot ‘botsende boten’. Het Nederlandse aanvaringsrecht is ook van toepassing op gevallen waarin een schip schade heeft veroorzaakt zonder dat een aanvaring plaats had.[2] Deze situaties worden ‘schadevaringen’ genoemd. De categorie ‘schadevaringen’ heeft tot gevolg dat naar Nederlands recht méér situaties onder het wettelijk aanvaringsrecht vallen dan men in eerste instantie zou denken. Enkele voorbeelden van ‘schadevaringen’ uit de rechtspraak:

  • de hekgolf van een passerend schip veroorzaakt een lek in de huid van een gepasseerd schip;[3] 
  • het schroefwater van een schip spuit weg en beschadigt het keukenraam van een ander schip;[4]
  • een schip komt in aanraking met een kade, sluis of brug;[5] 
  • een kade verzakt als gevolg van het stationair draaien van een schroef op enkele meters afstand van die kade;[6]
  • de rivierbodem raakt beschadigd als gevolg van de gronding van een schip;[7]
  • een schip loopt schade op door een container die van een ander schip op hem valt;[8] 
  • verontreiniging van een schip door kakkerlakken die afkomstig waren van een ander schip;[9]
  • beschadiging van lading als gevolg van giftige olie die tijdens overslag lekt vanuit de laadpijp van een drijvend weegponton;[10] 
  • het overboord slaan van containers, welke containers vervolgens geborgen moeten worden;[11]
  • een ponton waarop een baggerkraan heen en weer rijdt die een elektrische kabel omhoog trekt;[12] 
  • de netten van een vissersschip die vast komen te zitten achter een onderzeese kabel met kabelschade tot gevolg;[13]
  • het losschieten van een stalen balk die over het scheepsruim ligt en die een in het ruim staande persoon verwondt;[14] 
  • een brand die overslaat van een schip naar andere zaken met schade tot gevolg;[15]
  • een baggerschip dat tijdens het uitvoeren van baggerwerkzaamheden een communicatiekabel raakt;[16] 
  • een schip dat bij het lossen van een lading ruwe aardolie schade toebrengt aan de losinstallatie op de wal.[17]

Hoewel deze lijst lang is, is zij niet volledig. Uit de rechtspraak blijken nog veel meer voorbeelden van ‘schadevaringen’. De lijst dient vooral ter illustratie van het ruime toepassingsbereik van de aanvaringsbepalingen. Wanneer sprake is van een schade waarbij de oorzaak van schade kan worden herleid tot een schip, dan is de kans groot dat het Nederlandse aanvaringsrecht van toepassing is op het voorval.[18]

Het vervolg
De eerste stap is bepalen of een voorval kwalificeert als ‘aanvaring’ of ‘schadevaring’. Mocht dat het geval zijn, dan is het zaak vast te stellen of iemand aansprakelijk is voor het voorval. De vraag wie aansprakelijk is voor een ‘aanvaring’ en wanneer diegene aansprakelijk is, komt in het volgende deel van dit drieluik aan bod.

Mocht je vragen hebben over aanvaringen, neem dan contact op met Olivier Böhmer of Nol van Hal via +31 10 413 7000 of stuur een e-mail naar bohmer@vantraa.nl of hal@vantraa.nl.

* * *

[1]    Artikel 8:540 BW (zeeschepen) en 8:1001 BW (binnenschepen).
[2]    Artikel 8:541 BW (zeeschepen) en 8:1002 BW (binnenschepen).
[3]    Rechtbank Rotterdam 26 april 1985, S&S 1985/120 (“Clementine”/”Nedlloyd Waalekerk”).
[4]    Hof Den Haag 20 september 1985, S&S 1986/42 (“Pietas”/”Pax”).
[5]    Vgl. Rechtbank Rotterdam 24 oktober 2018, S&S 2019/17 (“Veendam”).
[6]    Rechtbank Rotterdam 8 augustus 2018, S&S 2019/7 (“Amaranthus”).
[7]    Gerechtshof Den Haag 2 juli 2019, S&S 2019/130 (“Nelly V”)
[8]    Hof Den Haag 22 september 1998, S&S 2000/97 (“Europoort”; “Sea-Land Performance”).
[9]    Hof Den Haag 29 september 2006, S&S 2007/4 (“Arna”/”Banglar Doot”).
[10]   Rechtbank Rotterdam 15 november 2017, S&S 2018/75 (“Jan 8”).
[11]   Rechtbank Zeeland-West-Brabant 16 december 2015, S&S 2016/63 (“Jacobus”)
[12]   Hoge Raad 16 juni 2007, S&S 2007/95 (“Zwartemeer”).
[13]   Hof Amsterdam 24 april 2018, S&S 2018/88 (“Morgenster”).
[14]   Hoge Raad 8 november 1996, NJ 1998/297 m.nt. M.H. Claringbould (“Zilverstad”).
[15]   Hoge Raad 30 november 2001, S&S 2002/35 (“Casuele”/”De Toekomst”)
[16]   Rechtbank Haarlem 10 augustus 2011, S&S 2012/18 (“Johanna Josephine”).
[17]   Rechtbank Rotterdam 16 januari 2019, S&S 2019/71 (“Atlantic Carrier”).
[18]   Zie hierover ook: M.H. Claringbould, ‘Hoe ver reikt het begrip schadevaring?’, TVR 2011-6, p. 199–207.

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen

Nieuwsbrief

Wilt u op de hoogte blijven van belangrijke ontwikkelingen en updates, dan kunt u zich aanmelden voor onze nieuwsbrief!

©2024 Van Traa advocaten N.v. Alle rechten voorbehouden