Wegvervoer

Een belangrijk deel van al het vervoer in Europa vindt plaats over de weg. Bij dat vervoer gaat het wel eens mis. Goederen raken beschadigd of worden gestolen en dan is de vraag wie die schade moet vergoeden en voor welk bedrag. Dat is op zichzelf een vrij eenvoudige vraag, maar door de internationale aard van het vervoer, is die niet altijd even makkelijk te beantwoorden.

Bij internationaal wegvervoer kom je uit op het CMR-Verdrag. Vrijwel alle Europese landen zijn partij bij de CMR. Wanneer wegvervoer is overeengekomen van een verdragsstaat naar een ander land – dat hoeft geen verdragsstaat te zijn – is de CMR rechtstreeks van toepassing. Dit betekent dat op vrijwel al het internationaal wegvervoer binnen, van of naar Europa de CMR van toepassing is.

De CMR bevat onder meer regelingen voor de aansprakelijkheid van de vervoerder, de bevoegdheid van de rechter en de verjaring. De bepalingen van de CMR zijn van dwingend recht. Partijen mogen hier dus niet van afwijken. De CMR regelt evenwel niet alles. De CMR regelt bijvoorbeeld niet vrachtbetaling, verrekening, opschorting of het retentierecht. Die zaken worden geregeld door het nationale recht dat aanvullend van toepassing is.

De aansprakelijkheid van de vervoerder onder de CMR is beperkt tot een bedrag van 8,33 SDR (ca. EUR 10) per ontbrekende of beschadigde kilogram lading. SDR staat voor Special Drawing Rights en is een internationaal erkend ‘certificaat’ dat een waarde vertegenwoordigt die door het IMF wordt bepaald. De vervoerder komt geen beroep toe op deze limiet in geval van opzet of daarmee gelijk te stellen schuld (‘bewuste roekeloosheid’). Of sprake is van bewuste roekeloosheid wordt per land anders uitgelegd. In Nederland bijvoorbeeld is hier bijna nooit sprake van, terwijl in Duitsland hiervan juist vrij snel sprake is. Dit betekent dat de vervoerder er belang bij heeft uit Duitse handen te blijven en zijn toevlucht te nemen in Nederland. Dat kan in veel gevallen door het opstarten van een zogenoemde verklaring voor recht procedure in Nederland.

Een ander belangrijk verschil per CMR-land, is hoe omgegaan wordt met de aansprakelijkheid van de vervoerder voor vanwege de diefstal van goederen verschuldigd geraakte accijnzen of BTW. Wederom geldt dat Nederland op dat vlak vervoerdersvriendelijk is, terwijl bijvoorbeeld in Engeland of Frankrijk de vervoerder al snel aansprakelijk wordt gehouden voor verschuldigd geraakte accijnzen of BTW.

Een deel van het wegvervoer vindt enkel binnen Nederland plaats. Dit nationale wegvervoer wordt geregeld in boek 8 BW. Deze regeling is van semi-dwingend recht. Dit betekent dat je er alleen van mag afwijken in een afzonderlijk contract. Op nationaal wegvervoer worden regelmatig de AVC 2002 van toepassing verklaard. Dat zijn algemene voorwaarden die, in aanvulling op boek 8 BW, onder meer de vrachtbetaling, verrekening, opschorting en het retentierecht regelen. De aansprakelijkheid van de vervoerder onder boek 8 BW en de AVC is beperkt tot een bedrag van EUR 3,40 per ontbrekende of beschadigde kilogram lading.

Publicaties Wegvervoer

Nieuwsbrief

Wilt u op de hoogte blijven van belangrijke ontwikkelingen en updates, dan kunt u zich aanmelden voor onze nieuwsbrief!

©2024 Van Traa advocaten N.v. Alle rechten voorbehouden