Spoorvervoer
Het vervoer over spoor is in veel gevallen internationaal van aard en onderworpen aan Europese regelgeving, internationale verdragen, nationale wetgeving en regelgeving, zogeheten toegangsovereenkomsten, algemene voorwaarden en standaardcontracten van (niet-gouvernementele) organisaties. Bij het vervoer zijn veel partijen betrokken, zoals spoorvervoerders, expediteurs, wagenhouders, leasemaatschappijen en ladingbelanghebbenden en hun verzekeraars.
Van Traa assisteert die partijen onder meer bij:
- Spoorwegongevallen;
- Verhaal van schade;
- Perikelen bij (lease-)overeenkomsten;
- Opstellen en beoordelen van contracten;
- Advies met betrekking tot de Zijderoute .
Spoorzaken zijn vaak complex door de hoeveelheid wetgeving en de vele betrokken partijen. Bij spoorwegongevallen zijn bijvoorbeeld heel veel partijen betrokken. Indien een goederentrein ontspoort en op het andere baanvlak terechtkomt, waardoor een tegemoetkomende passagierstrein eveneens ontspoort, kan er schade ontstaan aan de goederentrein, de lading, de infrastructuur (het spoor), de omgeving, alsmede aan de passagierstrein en de passagiers. Bij de afwikkeling en de beoordeling van dergelijke schades spelen alle hiervoor genoemde wetten en andere regelgeving dan ook een rol.
Het team van Van Traa vertegenwoordigt bij ongevallen zowel spoorwegondernemingen als leasemaatschappijen en goederenverzekeraars.
Spoorverdrag
De basis van alle wet- en regelgeving is het eerste verdrag betreffende het spoorvervoer en dat dateert uit 1890. Dit verdrag was het eerste internationale verdrag ter wereld waarin op uniforme wijze de aansprakelijkheid van de spoorvervoerder werd geregeld. Het is de voorloper van het nu geldende COTIF-verdrag. De formele Franse titel van het COTIF-verdrag luidt: Convention relative aux transports internationaux ferroviaires. In het COTIF is het grensoverschrijdende spoorvervoer geregeld. In 1999 is het COTIF ingrijpend gewijzigd (het protocol van Vilnius).
Het COTIF-verdrag is het basisverdrag. Inmiddels zijn er behoorlijk wat aanvullingen op, die onderverdeeld zijn in zogeheten ‘Aanhangsels’. Zo is er Aanhangsel A voor personenvervoer (het ‘CIV’) en ziet Aanhangsel B specifieke op goederenvervoer (het ‘CIM’). Ook voor gevaarlijke goederen, het gebruik van de voertuigen en het gebruik van de infrastructuur zijn er aanhangsels opgenomen. Er zijn zeven aanhangsels in totaal.
Niet alle uniforme aanhangsels zijn in de verschillende lidstaten van toepassing. Voor de laatste stand van zaken kan de website van het OTIF worden geraadpleegd. Deze website geeft nuttige informatie over deze intergouvernementele organisatie en het toepassingsgebied van het COTIF-verdrag.
Vorderingen van reizigers
Passagiers kunnen bij nationaal en internationaal spoorvervoer ook rechten ontlenen aan de Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer. Deze verordening is van toepassing in de gehele Europese Gemeenschap op treinreizen en diensten, verstrekt door vergunninghoudende spoorwegondernemingen. In deze verordening wordt het aansprakelijkheidsregime van het COTIF-CIV (het internationale verdrag) van toepassing verklaard. Door middel van de verordening is derhalve het aansprakelijkheidsregime van het CIV ook voor een groot deel van de gevallen op het nationale spoorvervoer van toepassing.
Schade aan de lading
Het COTIF-CIM is van toepassing op alle overeenkomsten van spoorvervoer van goederen wanneer de plaats waar de goederen ten vervoer worden aangenomen en de voor de aflevering voorgeschreven plaats zijn gelegen in twee verschillende CIM-lidstaten. Ook als maar een van de plaatsen (aanvang vervoer of leveringsplaats) in een verdragsstaat ligt mag het CIM door partijen van toepassing worden verklaard en dat gebeurt ook regelmatig. Van belang bij ladingclaims is dat het CIM korte verjaringstermijnen bevat en een gedetailleerde regeling wie vorderingsgerechtigd is en wie aangesproken kan worden.
Naast passagiersclaims en ladingschades staat het team van Van Traa partijen ook bij in vragen rondom de verhouding tussen de spoorwegonderneming en de voertuigen en de verhouding tussen de spoorwegonderneming en de beheerder van de infrastructuur (het spoor). Tot slot adviseren de specialisten bij Van Traa met enige regelmaat over de Zijderoute. Het spoorvervoer via de Zijderoute vanuit China naar Europa is als alternatief voor het zeevervoer in opkomst. Dit vervoer valt vaak buiten de scope van het COTIF en het is daarom van belang om goed naar kansen en risico’s te kijken.