Douane
Veel importeurs en exporteurs laten douaneformaliteiten uitvoeren door expediteurs. Daarbij kan gekozen worden voor directe of indirecte vertegenwoordiging. Is de vertegenwoordiging direct, wat het meest voorkomt, dan handelt de expediteur in naam en voor rekening van het bedrijf. Is de vertegenwoordiging indirect, dan handelt hij in eigen naam, maar wel voor rekening van het andere bedrijf.
De opdrachtgever moet de expediteur machtigen om hem de douaneformaliteiten te laten uitvoeren. Daarvoor wordt vaak gebruik gemaakt van de modelovereenkomst ‘machtiging directe vertegenwoordiging’, die ontwikkeld is door FENEX en evofenedex. Dit model wordt gezien als de standaard door douane-expediteurs, opdrachtgevers en de douane. Belangrijk is dat in deze overeenkomst de FENEX-voorwaarden van toepassing worden verklaard op de verhouding tussen de expediteur en diens opdrachtgever. Deze FENEX-voorwaarden worden veel gebruikt in de branche en beschermen de douane-expediteur tegen de onevenredig grote aansprakelijkheidsrisico’s die voortvloeien uit het verrichten van douaneformaliteiten; in principe is die aansprakelijkheid beperkt tot 10.000 SDR, ca. EUR 12.500,-.
Indien de expediteur als directe vertegenwoordiger optreedt, wordt niet hij maar zijn opdrachtgever als aangever beschouwd. Dat is belangrijk, omdat eventuele naheffingen ook aan de opdrachtgever worden geadresseerd en niet aan de douane-expediteur. Dit betekent echter niet dat de douane-expediteur in zo’n geval geen risico loopt. De meeste douane-expediteurs hebben namelijk een doorlopende borg bij de douane. Gedurende de periode dat een aangifte de status ‘aangehouden verificatie’ heeft, staat de douane-expediteur met zijn borg garant voor de douaneschuld.
In sommige gevallen kan dit tot grote financiële risico’s leiden voor de douane-expediteur. Denk bijvoorbeeld aan zonnepanelen waarvan wordt opgegeven dat deze in Maleisië zijn geproduceerd, terwijl later komt vast te staan dat deze in China zijn geproduceerd. De Douane kan in zo’n geval forse anti-dumpingrechten opleggen, die vervolgens, indien de aangifte de status ‘aangehouden verificatie’ heeft, kan worden verhaald op de borg van de douane-expediteur. Het komt dan wel eens voor dat in de tussentijd de opdrachtgever verdwenen of gefailleerd is. Voor de douane-expediteur blijven dan vaak de goederen in kwestie als enige verhaalsmogelijkheid over.
Als de douane-expediteur de goederen nog onder zich heeft, kan hij zich daarop verhalen op grond van een retentie- of pandrecht. Daartoe bieden de FENEX-voorwaarden mogelijkheden.