Veiligheidsadviseur is nu verplicht voor expediteurs en papieren vervoerders

Maart 2023

Het vervoer van gevaarlijke stoffen is gebonden aan regels. Het is verboden om gevaarlijke stoffen te vervoeren over land, per spoor en over de binnenwateren, tenzij er wordt voldaan aan de bijzondere regels die daarvoor gelden (bij en krachtens art. 5 Wet vervoer gevaarlijke stoffen).

Een groot deel van de vereisten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, over het spoor en over de binnenwateren is opgenomen in respectievelijk de ADR (de Overeenkomst voor het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg), de ADN (de Overeenkomst voor het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren) en de RID (Reglement betreffende het internationaal spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen). Deze regelingen gelden in Nederland krachtens de Wet vervoer gevaarlijke stoffen.

Per 1 januari 2023 is het voorschrift voor het hebben van een veiligheidsadviseur uitgebreid. Deze uitbreiding is op exact dezelfde wijze opgenomen in art. 1.8.3.1 van de ADR, ADN en RID.

De veiligheidsadviseur

Eén van de vereisten voor het mogen vervoeren van gevaarlijke stoffen is dat het bedrijf dat dit doet een of meer veiligheidsadviseurs moet hebben. Een veiligheidsadviseur is “ermee belast te helpen bij de preventie van de aan dit soort activiteiten verbonden gevaren voor de veiligheid van personen, bezittingen en het milieu.[1] Met de woorden ‘dit soort activiteiten’ wordt bedoeld het vervoeren van gevaarlijke stoffen, maar ook daarmee samenhangende activiteiten, namelijk het verpakken, beladen, vullen of lossen van gevaarlijke stoffen. Sinds 1 januari 2023 is daar een activiteit bij gekomen: de verzending van gevaarlijke stoffen.

De primaire taak van de veiligheidsadviseur is om “binnen de grenzen van de betrokken activiteiten van de onderneming, met alle mogelijke middelen en maatregelen voor te zorgen dat deze activiteiten gemakkelijker met inachtneming van de toepasselijke regelgeving en onder optimale veiligheidsvoorwaarden kunnen plaatsvinden.” Hij moet in het bijzonder (i) nagaan of de voorschriften betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen worden nageleefd, (ii) de onderneming van advies dienen bij werkzaamheden die het vervoer van gevaarlijke goederen betreffen en (iii) een jaarverslag opstellen voor de bedrijfsleiding en soms ook voor de overheid. Om deze taken te kunnen vervullen moet de veiligheidsadviseur binnen het bedrijf een groot aantal zaken controleren, waaronder de werkwijzen die het bedrijf hanteert om gevaarlijke stoffen te identificeren en om de verpakkingen te controleren, de opleidingen van en de instructies voor de betrokken medewerkers, de documenten en de veiligheidsuitrusting, de procedures bij ongevallen en voorvallen, en ook de keuze en het gebruik van onderaannemers of andere tussenpersonen.[2]

Expediteurs en papieren vervoerders

In art. 1.8.3.1 ADR, ADN en RID is sinds 1 januari 2019 vermeld dat bedrijven die zich bezighouden met het verzenden van gevaarlijke stoffen ook een veiligheidsadviseur moeten benoemen. Echter, tot 31 december 2022 gold een overgangstermijn, waardoor dit voor die bedrijven nog niet verplicht was. Sinds die datum is de overgangsperiode voorbij en is het dus ook voor deze bedrijven verplicht om een veiligheidsadviseur te benoemen.

De ‘afzender’ in de zin van de ADR, ADN en RID is, net als in het Nederlandse vervoerrecht, de contractuele wederpartij van de vervoerder.[3] De expediteur en de papieren vervoerder zijn allebei afzender. Zij sluiten immers vervoerovereenkomsten met vervoerders en/of ondervervoerders. De verplichting om een veiligheidsadviseur te benoemen geldt dus sinds 1 januari 2023. onverkort voor expediteurs en papieren vervoerders. Een veiligheidsadviseur kan in dienst van het bedrijf, maar mag ook extern worden ingehuurd.

Handhaving

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) is – namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat – belast met het toezicht op en de handhaving van de ADR, ADN en RID (die in Nederland gelden via de Wet vervoer gevaarlijke stoffen). Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg[4] en over het spoor[5] heeft de ILT de negen meest voorkomende overtredingen gepubliceerd. Voor de binnenvaart zijn de tien meest voorkomende overtredingen op een rij gezet.[6] Het niet hebben van een veiligheidsadviseur staat in alle lijstjes. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval (zoals recidive of een combinatie met andere overtredingen) kan er een last onder dwangsom of zelfs een strafrechtelijke sanctie worden opgelegd. Opvallend is dat de gevolgen van het niet hebben van een veiligheidsadviseur voor transport, infrastructuur, milieu en wonen klaarblijkelijk ernstiger worden ingeschat in de binnenvaart en het spoorvervoer dan in het wegvervoer.[7] Niettemin maakt in alle modaliteiten de controle op het (niet) aanstellen of (niet) uitvoeren van de taken van een veiligheidsadviseur deel uit van de interventiestrategie van de ILT. Expediteurs en papieren vervoerders doen er daarom goed aan om deze verplichting na te leven.

* * *

[1] Art. 1.8.3.1 ADR, ADN en RID.
[2] Art. 1.8.3.3 ADR, ADN en RID.
[3] Art. 1.2.1 ADR, ADN en RID.
[4] https://www.ilent.nl/over-ilt/handhaving-en-toezicht/interventie/interventiestrategie-per-werkterrein/gevaarlijke-stoffen-weg.
[5] https://www.ilent.nl/over-ilt/handhaving-en-toezicht/interventie/interventiestrategie-per-werkterrein/gevaarlijke-stoffen-spoor.
[6] https://www.ilent.nl/over-ilt/handhaving-en-toezicht/interventie/interventiestrategie-per-werkterrein/gevaarlijke-stoffen-binnenvaart.
[7] Bij binnenvaart en spoor zijn de gevolgen aangeduid als ’van belang’ of ‘aanzienlijk, dreigend en/of onomkeerbaar’ en bij wegvervoer als ‘beperkt’ of ‘van belang’.

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen

Nieuwsbrief

Wilt u op de hoogte blijven van belangrijke ontwikkelingen en updates, dan kunt u zich aanmelden voor onze nieuwsbrief!

©2024 Van Traa advocaten N.v. Alle rechten voorbehouden