Opzegging van duurovereenkomsten revisited - een les voor de praktijk
Maart 2024
In het Nederlandse contractenrecht geldt als uitgangspunt dat afspraken moeten worden nagekomen. Slechts in uitzonderingsgevallen wordt hiervan afgeweken. In deze bijdrage staat zo’n uitzonderingsgeval centraal. Het hof ’s-Hertogenbosch heeft in een recent arrest bepaald dat sprake was van een toerekenbare tekortkoming ondanks dat het contract conform de opzeggingsregeling werd opgezegd.[1] Dit arrest is een les voor de praktijk bij de opzegging van duurovereenkomsten.
Achtergrond
DPD exploiteert een expeditiebedrijf. Get Moving vervoert sinds 2008 in opdracht van DPD pakketten. Bosch Transport vervoert vanaf 2011 pakketten voor DPD. In dat kader heeft DPD met beide vervoerders diverse raamovereenkomsten gesloten. Deze overeenkomsten kwalificeren in casu als duurovereenkomsten. De laatste overeenkomst tussen DPD en Bosch Transport dateert uit 2012. De laatste overeenkomst tussen DPD en Get Moving is in 2013 gesloten. Beide overeenkomsten kennen een opzeggingstermijn van één maand. Op 28 november 2018 heeft DPD telefonisch aan Get Moving en Bosch Transport medegedeeld dat de overeenkomsten worden opgezegd met inachtneming van de overeengekomen opzegtermijn van één maand. DPD heeft vervolgens per e-mail bevestigd dat de overeenkomsten met ingang van 1 januari 2019 worden opgezegd.
Kort geding
In kort geding vorderen Get Moving en Bosch Transport dat de opzegging ongedaan wordt gemaakt en dat de overeenkomsten door DPD worden nagekomen, dan wel dat een langere opzegtermijn wordt gehanteerd. De vorderingen in kort geding worden afgewezen.
Bodemprocedure
Get Moving en Bosch Transport starten vervolgens een bodemprocedure tegen DPD. Ze vorderen DPD te veroordelen tot het betalen van onder meer loonkosten, ontslagvergoedingen en de kosten van de opzegging van de huurovereenkomsten van bestelbussen. De rechtbank wijst de vorderingen van Get Moving en Bosch Transport af. Beide partijen gaan in hoger beroep.
Juridisch kader opzegging duurovereenkomsten
Onder verwijzing naar de Hoge Raad-arresten ‘Goglio/SMQ Group’[2] en ‘Alcatel-Lucent’[3] zet het hof eerst het juridisch kader uiteen voor de opzegging van duurovereenkomsten. Als een duurovereenkomst voorziet in een regeling van opzegging, dan kunnen de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval op grond van artikel 6:248 lid 1 BW meebrengen dat aan de opzegging nadere eisen gesteld worden. De eisen van redelijkheid en billijkheid kunnen meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor opzegging bestaat, een bepaalde opzegtermijn in acht wordt genomen of dat de opzegging gepaard gaat met een aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding. Voor deze aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid op de voet van artikel 6:248 lid 1 BW is plaats indien de overeenkomst een leemte bevat. Of de overeenkomst een dergelijke leemte bevat, moet worden bepaald door uitleg van de overeenkomst.
Uitleg van het hof
Volgens het hof staat in casu vast dat de samenwerking tussen partijen in de loop der jaren aanzienlijk is uitgebreid. Get Moving en Bosch Transport reden aanvankelijk gemiddeld vier touren (postcodegebieden waarin pakketten worden bezorgd) voor DPD. Aan het einde van de samenwerking reden zij voor DPD gemiddeld dertig touren. Het hof overweegt vervolgens dat sprake is van een leemte in het contract omdat aanpassing van de opzegregeling aan de veranderde omstandigheden in de rede had gelegen.
Het hof overweegt op grond van de volgende feiten en omstandigheden dat de redelijkheid en billijkheid (ex artikel 6:248 lid 1 BW) met zich brengen dat DPD bij de opzegging een langere opzeggingstermijn in acht had moeten nemen:
- Duur contractuele relatie: de samenwerking tussen DPD en Get Moving respectievelijk Bosch Transport heeft elf respectievelijk acht jaar geduurd.
- Intensivering samenwerking: de samenwerking tussen partijen is in de loop der jaren sterk geïntensiveerd.
- Afhankelijkheid: Get Moving en Bosch Transport waren in een zekere mate afhankelijk van DPD. DPD was hiervan op de hoogte.
- Verwachtingen, voorzienbaarheid: DPD heeft nooit geklaagd over de prestaties van Get Moving en Bosch Transport. Daarnaast hebben partijen voortdurend onderhandeld over de tarieven en de touren. Onder die omstandigheden hadden Get Moving en Bosch Transport niet bedacht hoeven zijn op een opzegging door DPD. Een uitdrukkelijke waarschuwing van DPD aan Get Moving en Bosch Transport voorafgaande aan de opzegging was volgens het hof dan ook op zijn plaats geweest.
DPD is door een opzegtermijn van één maand in acht te nemen naar het oordeel van het hof onvoldoende tegemoetgekomen aan het gerechtvaardigde belang van Get Moving en Bosch Transport. Op basis van deze tekortkoming (ex artikel 6:74 BW) kunnen Get Moving en Bosch Transport aanspraak maken op schadevergoeding. Voor het begroten van de schade verwijst het hof de partijen naar de schadestaatprocedure.
Het hof acht een opzeggingstermijn van drie maanden redelijk jegens Get Moving. Jegens Bosch Transport wordt een opzeggingstermijn van twee maanden redelijk geacht.
Conclusie
Het arrest laat zien dat de redelijkheid en billijkheid als correctiemechanisme op het beginsel van contractsvrijheid kunnen fungeren. Het arrest staat daarmee niet op zichzelf. Zo oordeelde ook de rechtbank Amsterdam recentelijk nog dat er een waarschuwingsplicht kan bestaan ten aanzien van het voornemen om een (duur)overeenkomst op te zeggen.[4]
Bent u voornemens om een (duur)overeenkomst op te zeggen of wordt u juist geconfronteerd met een opzegging van een (duur)overeenkomst? Dan doet u er verstandig aan om u zich hierover goed te laten adviseren.
* * *
[1] Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 16 januari 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:73.
[2] Hoge Raad 2 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:141.
[3] Hoge Raad 10 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1134.
[4] Rechtbank Amsterdam 5 juli 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:4109.
Tomas Uildriks
Advocaat