Ladingschade: de rol van de vrachtbrief bij bewijslevering
Juni 2021
“Goed erin; goed eruit!”. Deze welbekende kreet van Claringbould vat de hoofdverplichting van de vervoerder samen. De vervoerder is gehouden de ten vervoer ontvangen goederen zonder vertraging ter bestemming af te leveren in de staat waarin hij deze heeft ontvangen. Is sprake van ladingschade ontstaan tijdens het vervoer, dus “goed erin; slecht eruit”, dan is de vervoerder daarvoor aansprakelijk, behoudens een beroep op een ontheffingsgrond. Maar wie moet de ladingschade bewijzen en op welke manier moet dat worden gedaan? Lees meer in het artikel van Leendert van Hee, dat is gepubliceerd in Weg & Wagen.
Leendert van Hee
Advocaat, Partner