Etikettering van biologische producten
Juni 2021
Onder de nieuwe Bio-Verordening
Vanaf 1 januari 2022 treedt de nieuwe Verordening inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten in werking (“de nieuwe Bio-Verordening”). Naast de algemene etiketteringsvoorschriften die voor alle levensmiddelen bestaan, gelden er op basis van de nieuwe Bio-Verordening aanvullende regels voor etikettering van biologische producten en grondstoffen.
Inleiding
Op 1 januari 2022 treedt de nieuwe Bio-Verordening in werking. Deze verordening vervangt de bestaande Europese Verordeningen 834/2007 en 889/2008 en bevat vanaf dat moment de belangrijkste regels voor het produceren, verwerken, verhandelen én etiketteren van biologische producten in de Europese Unie (“EU”).
De regels over het verplichte en facultatieve gebruik van het Bio-logo en benaming “biologisch” zijn niet nieuw. Het was en is nog steeds verboden om een product als biologisch aan te prijzen, als het product niet voldoet aan de Europese regels. Maar de etiketteringsvoorschriften worden met de inwerkingtreding van de nieuwe Bio-Verordening wel verduidelijkt.
Het is belangrijk dat iedereen die zich bezig houdt met de biologische productie, processen of producten bekend is met deze regels om zo overtredingen van de regelgeving – met soms zelfs decertificering van het biologische product met alle schade van dien – te voorkomen.
Achtergrond
Het voorstel voor de nieuwe Bio-Verordening dateert al uit 2014. In de toelichting op het voorstel is in het bijzonder aangegeven dat onder de oude verordening onvoldoende rekening wordt gehouden met “de verwachtingen van de consument in het bijzonder en de burger in het algemeen”, maar ook dat “de etiketteringsvoorschriften erg ingewikkeld zijn”. Om deze reden zijn de normen uit de verschillende verordeningen samengevoegd en op een aantal punten verduidelijkt.
De nieuwe Bio-Verordening is in 2018 aangenomen en zou per 1 januari 2021 in werking treden. Vanwege de uitbraak van de Covid-19 pandemie is echter bij Verordening 2020/2042 besloten om de inwerkingtreding van de nieuwe Bio-Verordening met een jaar uit te stellen naar 1 januari 2022. Alle andere termijnen die in de nieuwe Bio-Verordening worden genoemd worden eveneens met een jaar verlengd.
Regels
Etikettering
De regels over “Etikettering” uit de nieuwe Bio-Verordening gelden voor alle vermeldingen, aanduidingen, handelsmerken, handelsnamen, afbeeldingen of tekens betreffende een product op verpakkingen, documenten, bordjes, etiketten, ringen of banden die dat product vergezellen of op dat product betrekking hebben. De regels omvatten dus meer da alleen het etiket van het product.
Gebruik van bio(logisch), eco(logisch) en organic
Wanneer producten, de ingrediënten ervan of de bij de productie ervan gebruikte voedermiddelen in de etikettering, de reclame of de handelsdocumenten worden beschreven in termen die bij de koper de indruk wekken dat de producten, ingrediënten of voedermiddelen zijn geproduceerd overeenkomstig de nieuwe Bio-Verordening, dan moeten ze ook aan de nieuwe Bio-Verordening voldoen. Met name woorden als biologisch, organic of ecologisch, afleidingen of verkleinwoorden daarvan, zoals „bio” en „eco”, zijn alleen toegestaan als het product ook daadwerkelijk biologisch is. Dit geldt – gelet op de brede definitie van “etikettering” – dus ook voor bedrijfs- en handelsnamen. Deze termen mogen wél worden gebruikt op de ingrediëntenlijst, dus bijvoorbeeld: [Water, suiker (biologisch), appel, rozijnen (biologisch)] of in de verkoopbenaming als de verwerkte ingrediënten voor ten minste 95% biologisch zijn en voldoen aan de eisen van bijlage II Deel IV (dit zijn productievoorschriften voor verwerkte levensmiddelen van de nieuwe Bio-Verordening). Dan mag het Bio-logo overigens weer niet worden gebruikt (zie hierna). Vergelijkbare eisen gelden voor diervoeder. Als bepaalde stoffen, zoals gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen of bodemverbeteraars mogen worden gebruikt in de biologische landbouw, dan mogen de etiketten van die producten daar ook naar verwijzen. Men moet overigens ook oppassen met bepaalde vormgeving die te veel lijkt op de kleuren (groen en wit) en vormen (blaadje) van het Bio-logo, omdat dit voor de consument mogelijk misleidend is.
Het Bio-logo
Het gebruik van het Bio-logo staat los van het gebruik van de benaming “biologisch”. Als het Bio-logo mag worden gebruikt, mag het ook “biologisch” heten, maar er zijn producten die wel “biologisch” mogen heten, maar niet het Bio-logo hebben.
Voor voorverpakte producten die in de Europese Unie zijn geproduceerd is het Bio-logo verplicht. Het logo voor de biologische productie van de Europese Unie mag worden gebruikt in de etikettering en presentatie van producten die aan deze verordening voldoen en in de reclame voor deze producten. Hierop zijn overigens wel uitzonderingen, bijvoorbeeld voor bepaalde verwerkte jacht- en visserijproducten. Het gebruik van het Bio-logo voor de biologische productie van de EU is facultatief voor uit derde landen ingevoerde producten. Het Bio-logo moet in alle gevallen wel overeenstemmen met het model en de voorschriften in bijlage V van de nieuwe Bio-Verordening.
Het Bio-logo wordt vaak een keurmerk genoemd, maar strikt genomen is het een officiële verklaring in de zin van de artikelen 86 en 91 van de EU-Verordening 2017/625, die in die Verordening een “certificaat” wordt genoemd.
Verplichte aanduidingen op het etiket
Naast het gebruik van de biologische benaming en het Bio-logo, schrijft de nieuwe Bio-Verordening ook een aantal verplichte aanduidingen voor die zich op het etiket moeten bevinding. De belangrijkste hiervan zijn:
- Het codenummer van de controleautoriteit of het controleorgaan waaraan de exploitant die de laatste productie- of bereidingshandeling heeft verricht is onderworpen;
- Wanneer het Bio-logo voor de biologische productie van de EU wordt gebruikt, wordt in hetzelfde gezichtsveld als het Bio-logo de plaats vermeld waar de agrarische grondstoffen waaruit het product is samengesteld geteeld zijn in een van de volgende vormen:
a) „EU Landbouw”, wanneer de agrarische grondstoffen in de Unie zijn geteeld;
b) „niet-EU Landbouw”, wanneer de agrarische grondstoffen in derde landen zijn geteeld;
c) „EU/niet-EU Landbouw”, wanneer een deel van de agrarische grondstoffen in de Unie en een ander deel in een derde land is geteeld.
De begrippen „EU” of „niet-EU” mogen overigens niet worden aangebracht in een opvallender kleur, lettergrootte en lettertype dan de naam van het product.
De aanduidingen moeten op een opvallende en goed zichtbare plaats worden aangebracht. De verwachting is overigens dat er nog praktische uitvoeringsregels komen over het gebruik, de presentatie en grootte van de aanduidingen.
Toezicht en handhaving
De nieuwe Bio-Verordening heeft rechtstreeks effect in de Nederlandse rechtsorde; er vindt dus geen omzetting plaats in nationale wetten of regels. Echter, het toezicht op de naleving van de regels en de handhaving van overtredingen is wél nationaal geregeld en wel in de Landbouwkwaliteitswet en de Wet op de economische delicten. Het gaat de ver voor dit artikel om het ingewikkelde stelsel van tuchtrecht, bestuursrechtelijk toezicht en handhaving en strafrechtelijke opsporing en vervolging uiteen te zetten. Het belangrijkst om te onthouden is dat toezicht en handhaving voornamelijk in handen is van Skal, een zogenoemd zelfstandig bestuursorgaan. Skal heeft een duidelijke en toegankelijke website met daarop ook de etiketchecker als handig hulpmiddel voor de ondernemer. Daarnaast is het goed om te weten dat producten die vòòr 1 januari 2022 zijn geproduceerd ook na die datum in de handel worden gebracht.
Silvia Gawronski
Advocaat, Partner