Duw- en trekwerk over voorwaarden in de sleep- en duwvaart

Juli 2024

“This is how we do it”. De titel van deze hit van Montell Jordan is het motto van de sleep- en duwvaart als het gaat over algemene voorwaarden. “Zo doen wij dat en dat heb je maar te accepteren.”

Toepasselijkheid sleep en duwvoorwaarden
In de duw- en sleepvaart is het gebruik van algemene voorwaarden heel gewoon. Rechters gaan er zelfs van uit dat deze voorwaarden automatisch van toepassing zijn, ook als partijen er niet expliciet over hebben gesproken. Dit wordt gerechtvaardigd door termen als 'bestendig gebruikelijk beding', 'gewoonterecht' of de aanvullende werking van redelijkheid en billijkheid.[1] De voorwaarden worden al zo lang en consequent gebruikt dat men ervan uitgaat dat ze altijd gelden bij sleep- en duwovereenkomsten. Dit geldt zelfs als de voorwaarden niet expliciet zijn overeengekomen bij het sluiten van de overeenkomst.

Voor duw- en sleepvaartbedrijven is dit een zegen. Zo kunnen zij altijd gebruik maken van de voor hen gunstige voorwaarden. Door zich te beroepen op exoneratiebepalingen en andere bepalingen in deze voorwaarden, kunnen ze vorderingen afhouden, hun aansprakelijkheid beperken en 'hun' schade verhalen op de opdrachtgever. Voor opdrachtgevers kan dit pech betekenen, maar voor sleep- en duwbootexploitanten is het een prettige situatie.

Niet altijd zo eenvoudig
Hoewel de lijn in de jurisprudentie duidelijk lijkt, is er toch ruimte voor discussie. Denk in voorkomend geval eens aan de volgende vragen:

(a) Protest tegen voorwaarden – Is er geprotesteerd tegen de toepasselijkheid van de voorwaarden?

(b) Consumentenovereenkomsten – Mogen wij dit ‘gebruik’ ook zomaar aannemen bij overeenkomsten tussen sleep-/duwondernemingen en consumenten?[2]

(c) Terhandstelling van voorwaarden - Toepasselijkheid is één ding, maar moet je de algemene voorwaarden niet ook ter hand stellen aan de wederpartij vóór of tijdens het sluiten van de overeenkomst om te voorkomen dat deze vernietigbaar zijn?[3]

(d) Welke set voorwaarden geldt? Rechtbanken mogen dan aannemen dat het gebruikelijk is om sleep- en duwvoorwaarden overeen te komen, maar welke set voorwaarden is dan van toepassing? Er bestaan verschillende voorwaarden met hun eigen bijzonderheden. Voorbeelden zijn de Algemene Sleepconditiën 1946, de Nederlandse Sleepconditiën 1951, de Sleepconditiën 1965, de Algemene Duwconditiën 2004 en de Europese Duwcondities 2015. Hoe bepaal je dan welke set geldt voor jouw specifieke situatie? Relevante vragen hierbij zijn:

- Gaat het om slepen of duwen?
- Is het zee- of binnenvaart?
- Welk object is er geduwd of gesleept?
- Heeft het een nationaal of internationaal karakter?
- In welk jaar is de overeenkomst gesloten? (Sommige voorwaarden bepalen dat zij andere opvolgen.)

Wanneer vaststaat dat een bepaalde set voorwaarden van toepassing is op de sleep- of duwovereenkomst, moet nog één vraag worden beantwoord voordat de sleep- of duwonderneming een beroep kan en mag doen op exoneraties in die voorwaarden: is er sprake van grove schuld van de sleep- of duwonderneming? Deze vraag stond onder meer centraal in de zaak van de “Alja” en de “Erasmus”.

De “Alja” en de “Erasmus”
De kraanponton “Erasmus” wordt door de sleepboot “Alja” van de Mercuriushaven in Amsterdam naar de ligplaats van het zeeschip “MG Earth” te IJmuiden vervoerd.[4] Kort voor het bereiken van de “MG Earth' komt de giekconstructie van de “Erasmus” in aanraking met een walkraan, wat leidt tot schade aan zowel de “Erasmus” als de walkraan. De belanghebbenden bij de “Erasmus” houden de exploitant en de eigenaar van de sleepboot “Alja” aansprakelijk voor alle schade.

Algemene voorwaarden
De rechtbank oordeelt dat op de verhouding tussen het kraanponton en de sleepboot algemene voorwaarden van toepassing zijn. Deze zijn expliciet van toepassing verklaard in de e-mailhandtekening van de sleepboot bij het sluiten van de overeenkomst. Als professionele partijen in de sleep- en duwvaart zijn partijen bekend met het feit dat het bedingen van algemene voorwaarden gebruikelijk is. En dat het bedingen van die voorwaarden vaak gebeurt door middel van een  standaardzin op een offerte, een opdrachtbevestiging of in een e-mailhandtekening. De kraanponton heeft niet geprotesteerd tegen de toepasselijkheid van de voorwaarden bij het sluiten van de overeenkomst of bij ontvangst van eerdere facturen met een verwijzing naar die voorwaarden.

In de transport- en logistieke sector, inclusief de sleep- en duwvaart, bevatten overeenkomsten tussen partijen of de geldende algemene voorwaarden vaak een clausule waarin wordt verwezen naar diverse sets algemene (branche)voorwaarden. Deze bepalingen spelen een cruciale rol bij het reguleren van specifieke werkzaamheden of diensten. Zo ook in dit geval.

Richtingwijzer
De algemene voorwaarden van de sleepboot bevatten een ‘richtingwijzer’ die aangeeft welke branchevoorwaarden van toepassing zijn bij specifieke werkzaamheden of diensten. De vraag welke set branchevoorwaarden wordt aangewezen als toepasselijke voorwaarden is een kwestie van uitleg, niet een kwestie van (on)geldigheid van de verwijzingsbepaling.

Op basis van de richtingwijzer in de algemene voorwaarden zijn de Algemene Sleepconditiën 1946 en niet de Algemene Duwconditiën van toepassing op de overeenkomst, omdat

(a) de richtingwijzer voor die voorwaarden het woord ‘kraan’ bevat;

(b) de richtingwijzer naar de Algemene Sleepconditiën 1946 ook bokken en elevators als drijvende voorwerpen noemt. Kranen, bokken en elevators worden gekenmerkt door hun omvang, wat het verplaatsen ervan aanzienlijk riskanter maakt dan een gewone (geladen) duwbak. Met name bij het verplaatsen van een kraanponton, is er vanwege de hoogte van de kraan een verhoogd risico op aanvaringen. Deze risico’s doen zich niet voor bij het verplaatsen van een reguliere duwbak.

Bij de uitleg van de richtingwijzer kent de rechtbank meer gewicht toe aan de aard van het drijvende voorwerp dan aan de wijze van het verplaatsen (duwen of slepen).

Opzet of grove schuld
Volgens de Algemene Sleepconditiën 1946 is de eigenaar van het gesleepte of geduwde drijvende voorwerp aansprakelijk voor schade als gevolg van schuld of nalatigheid van de opvarenden van de sleep- of duwboot, behalve in geval van opzet of grove schuld. Van opzet of grove schuld is sprake in geval van handelen of nalaten dat roekeloos met de wetenschap dat schade er waarschijnlijk uit zou voortvloeien, is geschied.[5] Er is in dit geval geen bewijs dat de bemanning van de 'Alja' opzettelijk of met grove schuld (roekeloos) heeft gehandeld tijdens het incident met de kraanponton en de walkraan. Derhalve wijst de rechtbank de vordering tot schadevergoeding van de belanghebbenden bij de kraanponton “Erasmus” af.

Tot slot
In de sleep- en duwvaart zijn algemene voorwaarden van essentieel belang. Voor sleep- en duwvaartbedrijven bieden deze voorwaarden bescherming en mogelijkheden om hun aansprakelijkheid te beperken. Een beroep op die voorwaarden slaagt niet zonder meer. Wat ‘duw- en trekwerk’ over die voorwaarden en het stellen van de juiste vragen kan het verschil maken tussen wel of geen aansprakelijkheid, en tussen beperkte aansprakelijkheid of niet.

* * *

[1]    Zie onder meer Rechtbank Rotterdam 20 oktober 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:10719, S&S 2022/51. (“Zeetijger” en “Zeus” en “Lotus”).
[2]    Rechtbank Rotterdam 4 november 2009, ECLI:NL:RBROT:2009:BL1472, S&S 2011/5 (“De Wiekslag”;”Spes”).
[3]    Rechtbank Rotterdam 4 november 2009, S&S 2011/5 (“De Wiekslag”;”Spes”).
[4]    Rechtbank Rotterdam 2 augustus 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:6956, S&S 2023/109,  “Alja” en “Erasmus”.
[5]    Zie onder meer HR 4 april 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA4731, S&S 2000/62 (Solon).

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen

Nieuwsbrief

Wilt u op de hoogte blijven van belangrijke ontwikkelingen en updates, dan kunt u zich aanmelden voor onze nieuwsbrief!

©2024 Van Traa advocaten N.v. Alle rechten voorbehouden