De verklaring voor recht door de Nederlandse wegvervoerder, revisited
April 2004
Art. 31 van het CMR-Verdrag' regelt de belangrijkste vragen van het Internationale procesrecht terzake ge-schillen die voortvloeien uit internationaal wegvervoer. de internationale bevoegdheid (lid 1), litispendentie (lid 2), de tenuitvoerlegging van vreemde vonnissen (lid 3 en 4) en de vrijheid van het stellen van zekerheid voor proceskosten (lid S). Over art. 31 is in de. CMR praktijk veel to doen geweest in het kader van de verklaring voor recht door de Nederlandse wegvervoerder. De vervoer-der vordert dan dat de rechter voor recht verklaart dat bij niet aansprakelijk is, althans dat bij gerechtigd is om zich to beroepen op de CMR-limiet die zich op grond van art. 23 jo. 25 CMR beperkt tot SDR 8,33 (ca. 10 euro) per verloren of beschadigd bruto kg. In dit artikel wordt kort stil gestaan bij recente ontwikkelingen.
Marc van Maanen
Advocaat, Partner