De nieuwe Richtlijn Productaansprakelijkheid (EU) 2024/2853: een eerste indruk
December 2024
Technologische ontwikkelingen, nieuwe circulaire bedrijfsmodellen en steeds mondialere toeleveringsketens, hebben de EU in het kader van consumentenbescherming ertoe gebracht om de aansprakelijkheidsregels te moderniseren en aan te scherpen.[1] Zo hebben de Raad en het Europees Parlement van de Europese Unie (EU) een nieuwe richtlijn aangenomen: de richtlijn Productaansprakelijkheid (EU) 2024/2853 (de ‘nieuwe Richtlijn Productaansprakelijkheid’).[2] Deze richtlijn volgt de Richtlijn Productaansprakelijkheid 83/374/EEG (de ‘oude Richtlijn Productaansprakelijkheid’) op.
In dit blog zullen wij enkele voor ons opvallende punten uit de nieuwe Richtlijn Productaansprakelijkheid delen. Ook staan wij kort stil bij de relatie van de nieuwe Richtlijn Productaansprakelijkheid tot de nieuwe Verordening Productveiligheid 2023/988. Wij sluiten af met de toezegging in een volgende blog opvallende punten op het gebied van productveiligheid en productaansprakelijkheid nader uit te diepen.
Maximumharmonisatie
De nieuwe Richtlijn Productaansprakelijkheid is op 18 november 2024 gepubliceerd en is op 9 december 2024 in werking getreden. Lidstaten hebben tot 9 december 2026 de tijd om de richtlijn om te zetten in hun nationale wetgeving. Voor de omzetting geldt een maximumharmonisatie (artikel 3). Dit houdt in dat lidstaten niet meer of minder strikte bepalingen mogen doorvoeren.
Overigens had de EU op 28 september 2022 ook al een ontwerp-richtlijn gepubliceerd.[3] Wij zullen hieronder enkele opvallende wijzigingen ten opzichte van de ontwerp-richtlijn toelichten. Daarnaast stippen wij nog kort opvallende punten aan die reeds in de ontwerp-richtlijn waren opgenomen.
Opvallende wijzigingen in de nieuwe Richtlijn Productaansprakelijkheid
In de nieuwe Richtlijn Productaansprakelijkheid zijn een aantal opvallende wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van de ontwerp-richtlijn. Hieronder lichten we de meest opvallende veranderingen toe:
1. Uitbreiding van de definitie van ‘product’
De definitie van ‘product’ is uitgebreid met het begrip ‘component’ (artikel 4, sub 4). Naast de toevoeging van ’bijbehorende dienst’ wordt nu ook expliciet verwezen naar componenten, zoals software die is geïntegreerd in een ander product. De Europese Commissie achtte het noodzakelijk om te verduidelijken dat consumenten bij een gebrek in een component zowel de fabrikant van de component als die van het eindproduct aansprakelijk moeten kunnen stellen.
2. Definitie van het begrip ‘schade’
In het kader van rechtszekerheid heeft de Europese Commissie in artikel 6 het begrip schade nu expliciet gedefinieerd. In eerdere versies ontbrak deze definitie.
3. Mogelijkheid tot compensatieregeling
Artikel 8 bepaalt welke marktdeelnemers onder welke omstandigheden aansprakelijk kunnen worden gesteld voor een gebrekkig product of component. Nieuw ten opzichte van de ontwerp-richtlijn uit 2022 (waarin het aantal marktdeelnemers al werd uitgebreid) is lid 5 waarin lidstaten de mogelijkheid wordt geboden om een compensatieregeling op te stellen voor situaties waarin geen aansprakelijke partij kan worden aangewezen. Dit doet enigszins denken aan de bekende regeling van het Waarborgfonds. Het Waarborgfonds biedt namelijk financiële compensatie aan gedupeerden wanneer geen aansprakelijke partij kan worden vastgesteld of wanneer deze niet in staat is om de schade te vergoeden. Het is afwachten of de Nederlandse overheid hiervan gebruik gaat maken.
4. Optie om ontwikkelingsrisicoverweer uit te sluiten
Artikel 18 geeft lidstaten de mogelijkheid om het ontwikkelingsrisicoverweer uit te sluiten, zoals beschreven in artikel 11, lid 1, sub e. Dit verweer stelt fabrikanten in staat om aansprakelijkheid te vermijden als zij kunnen aantonen dat een gebrek niet te ontdekken was op basis van de objectieve stand van wetenschap en techniek op het moment van productie. Deze mogelijkheid staat ook in ons huidige wetboek.
Belangrijke aandachtspunten uit de ontwerp-richtlijn
De nieuwe Richtlijn Productaansprakelijkheid bevat daarnaast enkele opvallende veranderingen die ook al in de ontwerp-richtlijn in 2022 waren opgenomen, zoals onder meer:
- De verruiming van de kernbegrippen ‘product’, ‘fabrikant’ en ‘gebrek’;
- De opgenomen bewijsvermoedens met betrekking tot een gebrek en/of het causaal verband;
- De vraag of artikel 6:185 BW (risicoaansprakelijkheid voor producten) uit de Tijdelijke Regeling Verhaalsrechten (artikel 6:197 BW: met name verzekeraars kunnen geen regres nemen op basis van artikel 6:185 BW) moet worden gehaald, omdat de nieuwe Richtlijn Productaansprakelijkheid lidstaten verplicht erop toe te zien dat schadevorderingen door ‘een persoon’ die treedt in de rechten van de benadeelde, kunnen worden ingesteld. Het lijkt erop dat hieronder ook bedrijven zoals een regresnemende verzekeraar dienen te worden begrepen.
- Tot slot verdwijnt de franchisebepaling (artikel 6:190 BW: een franchise van € 500,-) die eerder in het Burgerlijk Wetboek was opgenomen. Immers, die drempel komt in de nieuwe Richtlijn Productaansprakelijkheid niet terug.
Effect op de positie van de consument
Of de consument door deze wijzigingen materieel beter wordt beschermd, is nog maar de vraag. In de huidige jurisprudentie geniet de consument al aanzienlijke bescherming. Desondanks zullen de genoemde veranderingen ongetwijfeld nieuwe vragen oproepen, zowel juridisch als in de praktijk. Duidelijk is in ieder geval dat de EU ingewikkelde vraagstukken over gebreken, causaal verband en regres zoveel mogelijk heeft willen wegnemen bij de consument.
De verhouding tot de nieuwe Verordening Productveiligheid (EU) 2023/988
De Verordening Productveiligheid is per 13 december 2024 in werking getreden. In deze blog Verordening Productveiligheid 2023/988: Wat u moet weten namen Silvia en Ronna u al mee in de belangrijkste aspecten van die verordening, waaronder wat het regelt, wie erdoor wordt beïnvloed, welke producten eronder vallen, de belangrijkste overwegingen en de toen nog aanstaande datum van inwerkingtreding.
Het belangrijkste dat wij u in deze blog willen meegeven is het verband tussen de nieuwe Verordening Productveiligheid en de nieuwe Richtlijn Productaansprakelijkheid: als niet wordt voldaan aan de Verordening Productveiligheid, dan wordt in de regel vermoed dat het product gebrekkig is. Nu zo’n bewijsvermoeden in de praktijk lastig kan zijn om te ontzenuwen is de beste remedie tegen productaansprakelijk, er samen met de gehele handelsketen voor zorgen dat geen onveilige producten worden verhandeld.
Slot
Aan de hand van de praktijk en jurisprudentie zal de precieze werking van de nieuwe Richtlijn Productaansprakelijkheid moeten gaan blijken. Wij, Silvia Gawronski, Ronna Rutten en Dagmar Linstra, houden u op de hoogte van de ontwikkelingen.
Heeft u vragen over de nieuwe Richtlijn Productaansprakelijkheid en/of de nieuwe Verordening Productveiligheid? Aarzel dan niet contact met ons op te nemen.
* * *
[1] Dit volgt uit het persbericht van de Europese Raad van de Raad van de Europese Unie van 10 oktober 2024: EU-regels productaansprakelijkheid aangepast aan digitale tijdperk en circulaire economie - Consilium
[2] Richtlijn (EU) 2024/2853 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2024 inzake aansprakelijkheid voor gebrekkige producten en tot intrekking van Richtlijn 85/374/EEG van de Raad.
[3] Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake aansprakelijkheid voor producten met gebreken.