Broker of vervrachter?
Oktober 2021
Wanneer tijdens het vervoer van goederen schade of vertraging in de aflevering ontstaat, wordt vaak discussie gevoerd over de hoedanigheid van partijen. Wat wij in de praktijk zien is dat de wederpartij van de afzender zich op het standpunt stelt geen vervoerder te zijn, maar een expediteur of tussenpersoon. Deze zou daarom niet aansprakelijk zijn voor de schade of vertraging. Ook wanneer de rollen zijn omgekeerd en de vervoerder of vervrachter een vordering heeft op de afzender of bevrachter, bijvoorbeeld voor vracht of demurrage, kan de hoedanigheid van partijen een rol spelen, zo blijkt uit een recent vonnis van de rechtbank Rotterdam[1].
Feitelijke achtergrond
De zaak betreft het vervoer over zee van een lading wheat bran (tarwezemelen) van Libreville, Gabon, naar Dakar, Senegal met het zeeschip “UAL Texas”. Ter zake die reis werd tussen UAL (als vervrachter) en Dumar gecorrespondeerd en overeenstemming bereikt over de charterparty (bevrachtingsovereenkomst). UAL verkeerde daarbij in de veronderstelling dat Dumar als ‘broker’ namens Marine International optrad. Echter, nadat UAL de vracht en demurrage (overliggeld) aan Marine International in rekening brengt, stelt Marine International zich op het standpunt niets met UAL van doen te hebben. Zij meent dat zij een bevrachtingsovereenkomst heeft gesloten met Dumar en niet met UAL.
De situatie in de loshaven escaleert nadat de vracht en demurrage niet aan UAL worden betaald. UAL gaat zelf over tot lossing van de lading. Dit, ondanks dat in de bevrachtingsovereenkomst een FIOS-clausule (Free In Out Stowed) is opgenomen op grond waarvan de bevrachter het lossen diende te verzorgen. Vervolgens heeft UAL conservatoir beslag gelegd op de lading. Marine International liet beslag leggen op de “UAL Texas”. Uiteindelijk treffen UAL en Marine International een schikking waarna de “UAL Texas” met forse vertraging de haven van Dakar heeft kunnen verlaten. UAL vordert daarop schadeloosstelling van Dumar.
Het oordeel van de rechtbank Rotterdam
Op basis van de correspondentie die tussen UAL en Dumar is gevoerd voor het sluiten van de bevrachtingsovereenkomst oordeelt de rechtbank dat Dumar zich ten opzichte van UAL inderdaad heeft voorgedaan as broker (als vertegenwoordiger) van Marine International. Dit, terwijl vaststaat dat zij die hoedanigheid in werkelijkheid niet had. Marine International verkeerde namelijk in de veronderstelling met Dumar, als vervrachter, een bevrachtingsovereenkomst te hebben gesloten. Dumar had dus twee ‘petten’ op.
De rechtbank is van oordeel dat het handelen van Dumar de oorzaak is van de ontstane verwarring en de escalatie van de problemen in de loshaven. De door Dumar in het leven geroepen verwarring heeft Dumar bovendien ook na de toenemende problemen rondom vracht, overliggeld en lossing niet opgehelderd.
Dumar voert aan dat zij niet aansprakelijk zou zijn omdat Marine International de onbevoegde vertegenwoordiging zou hebben bekrachtigd. Naar oordeel van de rechtbank ontneemt die bekrachtiging, achteraf, niet de onrechtmatigheid aan het handelen van Dumar. Marine International zou dit namelijk niet hebben beoogd bij het doen van die bekrachtiging. Dumar meent verder dat sprake zou zijn van freight contracting, hetgeen niet ongebruikelijk zou zijn en daarom niet onrechtmatig. Van dat verweer is rechtbank ‘niet onder de indruk’. Het verandert immers niets aan de wijze waarop is gehandeld en de veronachtzaming van de belangen van de betrokken partijen (UAL en Marine International) door Dumar.
De rechtbank oordeelt dat het handelen van Dumar in strijd is met de maatschappelijke zorgvuldigheid en kwalificeert dit als een onrechtmatige daad (art. 6:162 BW). Dumar is derhalve aansprakelijk voor de schade van UAL die door het onrechtmatige handelen is veroorzaakt.
Conclusie
Uit dit vonnis volgt dat het voor een bevrachtingsmakelaar van groot belang is dat als hij zich voordoet als vertegenwoordiger van de bevrachter, hij daartoe ook bevoegd is. Hij moet instaan voor zijn volmacht. Heeft hij onbevoegd vertegenwoordigd en ontstaat als gevolg daarvan schade, dan is hij daarvoor aansprakelijk. Wanneer er verwarring ontstaat over de hoedanigheid van partijen is het doorgaans verstandig om zo spoedig mogelijk op te helderen en de zaak niet verder te laten escaleren. Anders loopt de schade immers slechts op en voorzienbaar is dat die uiteindelijk vergoed zal moeten worden.
* * *
[1] Rechtbank Rotterdam 28 juli 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:7545
Hans Flameling
Advocaat