Afzendersaansprakelijkheid bij (inter)nationaal wegvervoer: een stok voor de vervoerder om mee te slaan?
April 2025
Inleiding
Bij (inter)nationaal vervoer van goederen over de weg kan er veel misgaan. Het komt geregeld voor dat goederen tijdens het vervoer beschadigd raken of verloren gaan. De vervoerder is dan in beginsel aansprakelijk voor de schade die daardoor is ontstaan. De hoofdverplichting van de vervoerder is immers dat hij de lading moet afleveren in dezelfde staat als waarin hij die heeft ontvangen. Het kan echter voorkomen dat (de) schade is veroorzaakt doordat zijn opdrachtgever, de afzender, een op hem rustende verplichting heeft geschonden. In dat geval kan de vervoerder mogelijk regres nemen op de afzender.
De afzender en zijn verplichtingen
De afzender is de contractuele wederpartij van de vervoerder. De afzender is dus degene die de vervoerovereenkomst sluit met de vervoerder. In het CMR-verdrag en Boek 8 BW is geregeld dat op de afzender verschillende verplichtingen rusten. Zo dient de afzender onder meer vracht te betalen, informatie omtrent de goederen te verschaffen en de goederen ‘vervoersgeschikt’ te maken.[1] Deze laatste verplichting volgt niet met zoveel woorden uit het CMR-verdrag of Boek 8 BW maar er zijn meerdere bepalingen waaruit deze verplichting van de afzender kan worden opgemaakt.
De informatieverplichting van de afzender ziet zowel op de volledigheid van de gegevens over de te vervoeren goederen als op de volledigheid en juistheid van de gegevens die worden vermeld op de vrachtbrief. Hoewel in het CMR-verdrag enkel is bepaald dat een vrachtbrief moet worden opgemaakt (en dus niet wie de vrachtbrief moet invullen), is de afzender op grond van artikel 8:1115 BW verplicht de vrachtbrief in te vullen. De afzender dient in te staan voor de juistheid en volledigheid van de gegevens die in de vrachtbrief worden vermeld. In de praktijk wordt de vrachtbrief echter vaak ingevuld door een ander dan de afzender.
Uit artikel 10 CMR volgt dat de afzender jegens de vervoerder aansprakelijk is voor de schade aan personen, materiaal of aan andere goederen en de kosten die voortvloeien uit gebrekkige verpakking. Maar in artikel 8:1117 BW is die afzendersaansprakelijkheid ruimer geformuleerd. Dat artikel bepaalt dat de afzender verplicht is om aan de vervoerder de buitengewone schade te vergoeden, die de vervoerde goederen, dan wel de behandeling daarvan, de vervoerder berokkenden. Overigens is artikel 8:1117 BW van regelend recht zodat partijen er contractueel vanaf kunnen wijken.
Jurisprudentie afzendersaansprakelijkheid
In de volgende gevallen kwam de aansprakelijkheid van de afzender aan bod:
- Bij het vervoer van een lege container van Barcelona, Spanje naar Rekkem, België wordt in een schuimlaag in de container een partij cannabis aangetroffen. De partij cannabis werd met behulp van een speurhond van de Franse douane ontdekt. De rechtbank overweegt dat de afzender de vervoerder zo volledig mogelijk dient te informeren over de aard van de te vervoeren zaak en dient te zorgen voor de juiste verpakking of instructies. De afzender was op grond van artikel 8:1117 BW in beginsel gehouden de buitengewone schade die de vervoerder lijdt te vergoeden. De schade bestond uit het vier dagen vasthouden van de chauffeur en het veertien dagen vasthouden van de vrachtwagen (€ 5141,-). De vervoerder had de partij cannabis namelijk niet zelf kunnen ontdekken.[2]
- Bij het vervoer van een lading bonsaiboompjes van Rotterdam naar Amstelveen kantelt de vrachtwagencombinatie, waardoor schade ontstaat aan onder meer een lantaarnpaal, de oplegger en de trekker. De vervoerder beroept zich op artikel 8:1117 BW en stelt dat de schade is veroorzaakt doordat de afzender de lading op onjuiste wijze heeft geladen en gestuwd. Het hof overweegt dat onder deze omstandigheden een beroep op artikel 8:1117 BW mogelijk is. De vervoerder dient daarbij aannemelijk te maken dat de oorzaak van de schade bij de lading ligt. Slaagt de vervoerder in het bewijs dat het kantelen van de vrachtwagen is veroorzaakt doordat de lading te zwaar en verkeerd is gestuwd, dan leidt dit tot een schadevergoedingsverplichting van de afzender.[3]
Uit deze voorbeelden volgt onder meer dat de afzender de vervoerder zo volledig mogelijk dient te informeren over de aard van de te vervoeren goederen. Bovendien dient de afzender ervoor te zorgen dat de goederen op de juiste wijze worden geladen en gestuwd. Schendt de afzender deze verplichtingen dan kan dit leiden tot afzendersaansprakelijkheid. Het is aan de vervoerder om aan te tonen dat de afzender de op haar rustende verplichtingen heeft geschonden.
Welke schade?
Op grond van artikel 10 CMR is de afzender aansprakelijk voor de schade aan personen, materiaal of andere goederen en de kosten die voortvloeien uit de gebrekkige verpakking van de goederen. Als gezegd, de aansprakelijkheid van artikel 8:1117 BW is nog ruimer geformuleerd. Op grond van deze bepaling komt namelijk alle buitengewone schade die door het goed is veroorzaakt voor vergoeding in aanmerking. Normale schades waarmee een zorgvuldig vervoerder bij het vaststellen van de vracht rekening behoort te houden, komen niet voor vergoeding in aanmerking. De schade die de goederen aan het voertuig hebben toegebracht komt als buitengewone schade in de zin van artikel 8:1117 BW voor vergoeding in aanmerking. Daarnaast komt de schade die de vervoerder lijdt omdat hij derden schadevergoeding dient te betalen als buitengewone schade voor vergoeding in aanmerking. In dat verband valt te betogen dat letselschade van de chauffeur en de schade die de chauffeur wegens arbeidsongeschiktheid lijdt eveneens voor vergoeding in aanmerking komt, mits deze schade is veroorzaak door (onjuiste behandeling van) de goederen.
Opmerking verdient dat de aansprakelijkheid van de afzender komt te vervallen wanneer de vervoerder wel aansprakelijk zou zijn geweest indien het om een gewone ladingschade zou zijn gegaan.[4] Denk bijvoorbeeld aan een eigen gebrek van het voertuig als gevolg waarvan het voertuig kantelt en er schade ontstaat aan het voertuig en bij derden. Regres op de afzender op grond van artikel 8:1117 BW is dan niet mogelijk.
Waarschuwingsplicht vervoerder
In dit verband is relevant dat op de vervoerder ook een zekere controle- en waarschuwingsplicht rust. Indien duidelijk is dat er sprake is van een veel zwaardere lading dan is opgegeven of indien evident is dat op onjuiste wijze is geladen en gestuwd, dan mag de vervoerder die dit merkt of behoort op te merken, niet zomaar wegrijden. De vervoerder dient in dat geval voorzorgsmaatregelen te nemen ter voorkoming van schade onderweg. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het aanpassen van de snelheid of het inzetten van ander materieel. De schade die de vervoerder als gevolg van dergelijke maatregelen lijdt, komen voor rekening van de afzender. Komt de vervoerder zijn controle- en waarschuwingsplicht niet na, dan kan er aanleiding bestaan om het recht op schadevergoeding van de vervoerder te verminderen. In dat verband is natuurlijk ook relevant in hoeverre de vervoerder de mogelijkheid had om de lading te controleren. Denk bijvoorbeeld aan de situatie waarin de te vervoeren container is afgesloten met een seal. In dat geval zal het voor de vervoerder vrijwel onmogelijk zijn om de lading te controleren. Schending van de controleverplichting van de vervoerder zal dan minder snel aangenomen worden.
Conclusie
Kortom, op de afzender rusten verschillende verplichtingen, waaronder het correct informeren van de vervoerder en het vervoersgeschikt maken van de goederen. Schendt de afzender deze verplichtingen en ontstaat daardoor schade tijdens het vervoer, dan bieden artikel 10 CMR en artikel 8:1117 BW de vervoerder onder omstandigheden de mogelijkheid om die schade op de afzender te verhalen. In dat verband draagt de vervoerder de bewijslast en dient hij rekening te houden met zijn eigen controleverplichting. Het is dus niet alleen de vervoerder waarvoor allerlei verplichtingen gelden bij (inter)nationaal wegvervoer, maar ook voor de afzender. Schendt de afzender zijn verplichtingen, dan biedt dat de vervoerder dus mogelijk een stok om mee te slaan!
* * *
[1] M.H. Claringbould, ‘Verplichtingen van de afzender’, Weg en Wagen nr. 83, december 2017.
[2] Rb. Rotterdam 20 december 2013, ECLI:NL:RBROT:2013:11254 (S&S 2014/136).
[3] Hof Den Haag 25 november 2003, ECLI:NL:GHSGR:2003:AO7537 (S&S 2004/36).
[4] M.H. Claringbould, ‘Aansprakelijkheid van vervoerder en afzender bij vervoer van gevaarlijke stoffen’, Weg & Wagen nr. 89, februari 2020, par. 5.3.